Mantelzorgvriendelijk hogeschoolbeleid
PWO-project
Onderzoeksdomeinen

Jongvolwassen mantelzorgers (18-25 jaar) blijken (inter)nationaal een onderbelichte onderzoeksgroep te zijn. Hierdoor zijn het aantal jongvolwassen mantelzorgers en hun specifieke noden en behoeften onbekend. Studenten die mantelzorg verlenen blijken meer studievertraging op te lopen of overwegen om de studie stop te zetten.
Om die reden werd deze studie – ontwikkeld vanuit een samenwerking tussen mantelzorgvereniging Samana en de hogescholen VIVES en HOWEST – opgezet met de volgende onderzoeksvragen:
- Wat is het aantal en het profiel van de studerende mantelzorgers in de hogescholen VIVES en HOWEST? Hoe groot is de doelgroep? Wat zijn de kenmerken van de doelgroep?
- Wat zijn de noden en behoeften van deze studerende mantelzorgers?
- Welk ondersteuningsbeleid kunnen we als hogeschool voeren om de combinatie ‘studeren’ en ‘zorgtaken en/of kopzorgen’ beter op elkaar af te stemmen? Hoe kunnen we de studerende mantelzorgers ondersteunen?
Via een literatuurstudie naar internationale good practices en kwantitatief en kwalitatief onderzoek werd getracht een antwoord te vinden op bovenstaande onderzoeksvragen. Uit de kwantitatieve en/of kwalitatieve analyse van de resultaten bleek dat 17% van de respondenten jongvolwassen mantelzorger is. Elke studerende mantelzorger heeft andere noden; bijgevolg is een persoonlijk gesprek steeds wenselijk om de individuele noden uit te klaren. Studenten spreken zelf weinig over mantelzorg. Om die reden is het belangrijk om mantelzorg meer zichtbaar te maken in de hogeschool; als (h)erkenning voor de zorg die ze combineren met studeren. Als studenten zichzelf (h)erkennen als mantelzorger, kunnen ze zelf sneller de stap zetten om aanspraak te maken op faciliteiten op maat. Studerende mantelzorgers worden momenteel eerder toevallig ontdekt, naar aanleiding van situaties zoals het behalen van minder goede examenresultaten. Deze situaties kunnen als knipperlichten fungeren, waar docenten op een andere manier kunnen leren op reageren. Echter, hiertoe is er nood aan vorming van docenten. Studerende mantelzorgers hebben een hoge nood aan mentale en psychische ondersteuning. Veel studerende mantelzorgers bevinden zich in een kwetsbare positie omdat ze de enige of één van de twee mantelzorgers zijn, waardoor de draaglast groot dreigt te worden. Ook blijken er relatief weinig professionals ingeschakeld te worden.
Heel wat studerende mantelzorgers nemen dagelijks zorg op, met een gemiddelde van 12u per week. Het bieden van mantelzorg heeft eerder een negatieve invloed op hun emotioneel welbevinden, hun vrijetijdsbesteding en hun schoolwerk. Ook het halen van een deadline blijkt moeilijk te zijn en ze hebben moeite om zich te concentreren. Mantelzorg brengt daarnaast ook positieve gevolgen met zich mee: de zorg oefent een positieve invloed uit op de relatie met de zorgbehoevende en de andere gezinsleden, alsook op hun persoonlijke ontwikkeling. Het geeft hen een goed gevoel omdat ze blij zijn de zorgbehoevende te kunnen helpen, ze voelen zich verantwoordelijk en waarderen kleine dingen.
Bij een grote groep studenten lukt het combineren van zorg en studeren goed tot heel goed. Diepgaandere kwantitatieve analyse leverde echter geen duidelijk patroon op: De hypotheses dat het mogelijk beter lukt wanneer er meerdere mantelzorgers zijn of wanneer er meer professionele hulpverleners ingeschakeld worden of wanneer de student bij de zorgontvanger woont, blijken geen duidelijke grond te vinden. Wanneer zorg ontstaat of de zorg toeneemt, hebben studerende mantelzorgers meestal niet de mentale ruimte of de tijd om uit te zoeken welke ondersteuningsmogelijkheden er zijn binnen en buiten de hogeschool. Een centraal aanspreekpunt zou handig zijn, om alle vragen te beantwoorden en met kennis van zaken door te verwijzen. Veel ondersteuningsmogelijkheden zijn echter reeds beschikbaar binnen de hogeschool.
De voorgestelde maatregelen (geordend volgens het VIVES-ondersteuningsmodel) hebben als doel ‘mantelzorg’ meer zichtbaar te maken binnen de hogeschool, zodat studerende mantelzorgers minder ‘toevallig’ ondersteuning krijgen. Op die manier kan voorkomen worden dat studerende mantelzorgers een te zwaar studieprogramma blijven opnemen of dat ze de opleiding stopzetten, vooraleer eerst ondersteunende maatregelen uit te proberen. Alle mogelijke ondersteunende maatregelen werden besproken met de leidinggevenden faciliterende diensten, alsook voorgesteld binnen de VIVES-raad. Hieruit volgt dat het statuut student-mantelzorger wordt opgenomen in het OER 2019-2020; alsook wordt er een actieplan opgezet om de verschillende maatregelen ingang te laten vinden in het hogeschoolleven.