Explorerend onderzoek naar de inzetbaarheid van indirecte calorimetrie in functie van voedingsadvies bij oncologische patiënten in actieve behandeling
Onderzoeksdomeinen

De grote heterogeniteit van de intensive care unit populatie (ICU) heeft ertoe geleid dat de nood aan kennis over de individuele energiebehoefte van elke patiënt gegroeid is. Bij ziekte of trauma verandert het metabolisme waardoor het noodzakelijk is om de voeding aan te passen. Ziekenhuizen gebruiken indirecte calorimeters om de resting energy expenditure (REE) in kaart te brengen. De output van deze meting ligt aan de basis van de voedingstherapie en wordt aanschouwd als de gouden standaard op de ICU. Op die manier worden de nadelige effecten van onder- en overvoeding voorkomen.
Daar de indirecte calorimetrie aan kracht gewonnen heeft binnen de ICU, is de vraag of deze methodiek ook voordelen biedt voor andere doelgroepen, voor wie de afstemming tussen de energiebehoefte en de energie-inname belangrijk is. De mogelijkheid bestaat dat de indirecte calorimeter kan worden ingezet bij oncologische patiënten die een kankerbehandeling krijgen. Voedingsadvies op maat kan de gezondheidstoestand en de kwaliteit van leven van een individu verbeteren. Daarnaast speelt het een rol in de preventie van een terugval van kanker.
Binnen ziekenhuizen wordt momenteel een vast protocol gevolgd. Zo nemen diëtisten een korte anamnese af bij de patiënt, waarbij gepeild wordt naar de klachten en de voedingsgewoonten. Patiënten die verbonden zijn aan de afdelingen Gastro-intestinale problematiek, Oto-rhino-laryngologie (ORL) en longtumoren hebben volgens experten het meeste baat aan een specifiek voedingsadvies op maat. De meerwaarde van het inzetten van indirecte calorimeter berust zich op een meer aangepast voedingsadvies voor deze doelgroepen. Op deze manier hebben diëtisten binnen de afdelingen een beter inzicht in de werkelijke noden en behoeften van hun patiënten. Het effect van het voedingsadvies kan in kaart gebracht worden aan de hand van een DEXA-scan, wat in ziekenhuizen aanwezig is, om op deze manier de gezondheidsvoordelen te meten.
Binnen dit onderzoek wordt de inzetbaarheid van indirecte calorimetrie nagegaan in een klinische setting. Deze meetmethodiek is gevalideerd en is de gouden standaard binnen ICU in het ziekenhuis. Het veelvuldig gebruik van dit meettoestel bij oncologische patiënten in de klinische zorg, werd tot op heden nog niet nagegaan. Daar oncologische patiënten nood hebben aan geïndividualiseerd voedingsadvies, kan de vraag gesteld worden of de indirecte calorimetrie hier een meerwaarde en ondersteuning kan bieden ten opzichte van de reeds gebruikte protocollen voor het geven van voedingsadvies. Indien de gezondheidsparameters tussen beide significant verschillend zijn, kan het gebruik van de indirecte calorimeter eventueel uitgebreid worden naar meerdere sectoren. Daarnaast zal er een zorgpad ontwikkeld worden voor oncologische patiënten en diëtisten. Dit zorgpad kan een leidraad vormen voor diëtist in het kader van het geven van voedingsadvies. Verder kan het een houvast bieden voor oncologische patiënten tijdens hun behandelingstraject.
Medewerkers
Lien Devriendt
Barbara Plovie
Partners
