Kostprijsvergelijking in de zorgeconomie: woonvormen voor ouderen - Luik 2: maatschappelijke kost
PWO project
Onderzoeksdomeinen
Ouderen die min of meer zorgbehoevend zijn of het risico lopen te vereenzamen, kunnen, naargelang hun graad van zorgbehoevendheid, een beroep doen op diverse vormen van ondersteuning. De ondersteuning begint bij verzorging thuis via allerlei vormen van thuiszorg (mantelzorg en/of professionele zorg) en gaat via tussenformules zoals dagverzorgingscentra, centra voor kortverblijf of serviceflats over naar de permanente opvang en verzorging in een woonzorgcentrum. Alleen zwaar zorgbehoevende ouderen kunnen terecht in een rust- en verzorgingstehuis (RVT).
Voor ouderen die zelfstandig blijven wonen, worden er de laatste jaren diverse nieuwe woonvormen ontwikkeld, zoals kangoeroewonen, duplexwonen, groepswonen en intergenerationeel wonen (Dudal, 1998). De formule die mensen kiezen, of waarvoor ze in aanmerking komen, wordt niet enkel bepaald door hun graad van zorgbehoevendheid, maar ook door hun financiële mogelijkheden. Over dit laatste aspect gaat dit onderzoek. We willen meer bepaald het kostenplaatje bekijken van de diverse woonvormen. Wat is voordeliger: intrekken in een zorgvoorziening of thuis blijven, mits de infrastructuur aangepast is en de nodige medische en niet-medische zorg wordt geboden?
Het kostenplaatje kan vanuit twee invalshoeken bekeken worden: namelijk LUIK 1 ‘de kostprijs voor de gebruiker’ (de ouderen zelf) en LUIK 2 ‘de kostprijs voor de maatschappij’. Met VIVES Noord (Brugge) wensen we de kostprijs voor de maatschappij van naderbij te bestuderen. Aanvullend zal door VIVES Zuid (Kortrijk) een PWO ingediend worden met als thematiek ‘het kostenplaatje voor de maatschappij.
Met dit onderzoek willen we een bijdrage leveren aan het beleidsvoorbereidend werk dat de Provinciale Ontwikkelingsmaatschappij West-Vlaanderen (POM) verricht in het domein van de zorgeconomie.
Medewerkers
Stephan Weemaes
-
Medewerker
Natalie Voet
-
Medewerker
Ilse Verhaeghe
-
Medewerker