De Vlaamse paralegal in kaart gebracht
PWO project
Onderzoeksdomeinen
Sinds een paar decennia heeft het juridische beroepenveld in Vlaanderen er een speler bij: de “rechtspracticus” of “paralegal”. Hij komt in zowat iedere juridische werkkring voor, van advocatuur, notariaat, griffie, bedrijfswereld tot overheidsadministraties. Toch blijft de paralegal een nobele onbekende bij het brede publiek.
Ook de werkgevers en de paralegals zelf stellen zich nog dikwijls vragen over hun beroepspositie: Waarvoor worden ze precies opgeleid? Voor welke functies zijn ze geschikt? Welke taken kunnen ze uitoefenen? Wat is het verschil met de afgestudeerde jurist of de academische bachelor in de rechten? Waar onderscheiden ze zich van de juridische secretaresse?
En, hoe zit het met die titel: is niet iedereen die in de praktijk met recht bezig is een “rechtspracticus”? Een hoop onduidelijkheden die ervoor zorgen dat de rechtspractici in Vlaanderen geen duidelijk beroepsprofiel hebben en kampen met een gebrek aan eigen beroepsidentiteit en beroepstrots.
Dit onderzoek tracht een scherper beeld te verkrijgen van het profiel en de functie van de Vlaamse paralegal binnen het juridische landschap. Daartoe wordt de arbeidsmarktpositie van de Vlaamse alumni “rechtspraktijk” kwantitatief in kaart gebracht en wordt via een kwalitatieve werkgeversbevraging bekeken hoe de functievorming van de paralegal verlopen is en in welke mate zich een functiedifferentiatie heeft voorgedaan in het juridische werkveld.
Medewerkers
Stephan Weemaes
-
Medewerker
Renaat Hoop
-
Expert
Mieke Verheyde
-
Expert