Startende leraren uitdagen om in het onderwijs te blijven, een taak voor iedereen
VIVES onderzoeksproject

Leraren stromen vaak te vroeg uit het onderwijs. Uit onderzoek blijkt dat startende leraren meer geneigd zijn te blijven als ze zich ingebed voelen in een team. De nieuwe CAO daagt scholen uit een kwaliteitsvolle aanvangsbegeleiding te ontwikkelen.
Het lerarentekort aanpakken is één van de speerpunten in het onderwijsbeleid.Uit onderzoek blijkt dat heel wat leraren uitstromen binnen de 5 jaar.
Vanuit het beleid wil met inzetten op aanvangsbegeleiding, naast de structurele maatregelen die in de CAO XI en XII zijn omschreven. Cruciaal hierin wordt beschreven dat aanvangsbegeleiding verplicht wordt om te organiseren door de school, dat leraren sneller een vaste aanstelling kunnen krijgen en hoe dit ingebed wordt in de evaluatie.
Uit het doctoraatsonderzoek van Charlotte Struyve blijkt dat leraren meer geneigd zijn om te blijven als ze zich in het team invoegen. Meer dan de aanwezigheid van een mentor lijkt de inbedding in het team cruciaal. Uit het werkveld gaven vooral directies aan dat de verplichting aanvangsbegeleiding te moeten organiseren en de versnelde aanstelling van leraren een aanpassing wordt. Leraren, ook mentoren leken daar weinig mee begaan.
In een eerste fase van dit onderzoek ligt de focus op het beschrijven van de praktijk in de scholen. ‘Hoe gaan directies en mentoren om met de begeleiding en de evaluatie van startende leraren, rekening houdend met de nieuwe CAO XI en XII? In een tweede fase is op basis de mogelijke noden van het werkveld een aanbod uitgewerkt om een kwaliteitsvolle aanvangsbegeleiding te ontwerpen of te verrijken. Vanuit de aanbevelingen van Charlotte Struyve in haar doctoraatsonderzoek, nl. alle actoren in de school te betrekken wordt een navormingsaanbod uitgewerkt vanuit de vraag ‘Hoe kunnen we directie en het team ondersteunen om met de CAO XI en XII aan de slag te gaan?’.
Resultaten van de bevragingen
In een eerste bevraging werd gepolst naar overtuigingen over starters, de aanwezigheid van aanvangsbegeleiding, welke vorm deze aanneemt in de werkcontext, waar noden zich situeren. Deze bevraging werd breed verspreid naar de scholen in West-Vlaanderen in de verschillende niveaus en netten.
De verkregen gegevens werden besproken met een aantal mentoren, directies en mensen uit de pedagogische begeleiding, die zich vrijwillig opgaven voor dit focusgesprek. Vanuit deze gegevens bleek er niet onmiddellijk de nood om met directies en het team aan de slag te gaan.
De onderliggende overtuigingen van mentoren en leerkrachten wezen vooral in de richting om het beeld van starters positiever bij te stellen en de nood te laten aanvoelen van een sterk onderbouwde aanvangsbegeleiding door het hele team. Er zijn heel wat initiatieven in scholen, maar de verantwoording van keuzes en de samenhang in de activiteiten kunnen beter onderbouwd worden.
Vorming van drie dagen
Op basis van deze bevindingen werd een 3-daagse navorming voor mentoren uitgewerkt. Hier werd vooral ingezet op de overtuiging dat het hele team de aanvangsbegeleiding mee vorm moet geven. Naast een inhoudelijke aanbreng van het wettelijke kader, theoretische kaders rond begeleiding werd ook ingezet op het ontwikkelen van eigen vaardigheden.
In de tweede bevraging werd aan de deelnemers van deze navorming dezelfde vragenlijst voorgelegd. De resultaten hiervan geven aan dat deze vorming hun beeld op starters, op de begeleiding van starters en de verantwoordelijkheid van het team is gewijzigd. Mentoren denken meer genuanceerd en zien de mogelijkheden binnen hun context om een kwaliteitsvolle aanvangsbegeleiding uit te bouwen. Ze ervaren ook de nood aan vorming om het hele team te betrekken in dit proces.
Aanbevelingen
Vanuit dit onderzoek worden een aantal aanbevelingen geformuleerd naar verschillende actoren in de aanvangsbegeleiding:
Voor scholen, leerkrachten en mentoren:
- investeren in vorming van mentoren om de aanvangsbegeleiding vorm te geven,
- vorming rond bekommernissen van starters en het ondersteunen en begeleiden van hun professionele ontwikkeling om de beeldvorming over starters bij te stellen,
- vorming van mentoren om het team te betrekken in aanvangsbegeleiding,
- nood aan duidelijkheid over het mandaat van een mentor, een visie van aanvangsbegeleiding zeker binnen evaluatie.
Naar samenwerkingsverbanden met lerarenopleiding en pedagogische begeleidingsdienst
- de vraag naar extra uren begeleiden lijkt samen te hangen met het willen investeren in leerbegeleiding: het verkennen van samenwerkingsverbanden met de lerarenopleiding en de pedagogische begeleidingsdienst is noodzakelijk,
- de beeldvorming van de lerarenopleiding en de pedagogische begeleidingsdienst inzake aanvangsbegeleiding moet worden verkend: deze partners worden door het werkveld niet gezien als actor in aanvangsbegeleiding.
Voor de lerarenopleiding
- nagaan hoe zij-instromers efficiënter en effectiever voorbereiden naar en begeleiden in het werkveld.
Lees het volledige rapport:
https://lirias.kuleuven.be/handle/20.500.12942/700209