De studenten agro- en biotechnologie van campus Roeselare werkten in totaal 24 ondernemingsprojecten uit. En die worden steeds duurzamer.
Binnen de bacheloropleiding agro- en biotechnologie bestaat het project ondernemingszin al enkele jaren. Studenten ontwikkelen en vermarkten een innovatief product of vernieuwend idee. Duurzaamheid en transversaal denken worden hierin steeds belangrijker.
Verschillende expertise
Binnen de bacheloropleiding agro- en biotechnologie zijn er 6 afstudeerrichtingen: agro-industrie, biotechnologie, dierenzorg, groenmanagement, landbouw en voedingstechnologie. De studenten werken in groepen over de afstudeerrichtingen heen. In het tweede jaar van hun opleiding gebeurt het brainstormen en conceptueel denken om in het derde jaar alles ook om te zetten in de praktijk tot levensechte producten of diensten.
Lies Kestelyn, docent en coördinator van project ondernemingszin: “We juichen deze evolutie sterk toe. Het valt op dat studenten echt inzetten op actuele maatschappelijke problemen. Bovendien hebben de studenten vaak een verschillende visie. Een student groenmanagement en een student landbouw leren zo bijvoorbeeld van elkaar.”
“Ze gaan in overleg, krijgen een zicht op elkaars standpunten en leggen de nodige flexibiliteit aan de dag om samen een succesverhaal te schrijven. Er zijn veel maatschappelijke problemen die aangepakt kunnen worden door de koppen samen te steken en dat is ook de opzet van dit project. Het is de realiteit en de toekomst.”
Creatieve ondernemingsprojecten
De studenten werkten dit academiejaar 24 ondernemingsprojecten uit. Het transversaal denken wakkerde creativiteit aan en zorgde voor een innoverende output. Meer dan een derde van de studenten werkte met reststromen van voeding. Ze gingen aan de slag met de perskoek van noten bij de productie van notenolie, aardappelschillen, kromme wortelen, appelpulp, peren die afgekeurd werden op ‘schoonheid’ en broodresten.
Een andere grote groep zette in op de gezondheid van mens en dier door het ontwikkelen van gezonde voedingsproducten. Zo werd er lactosevrije koemelk met vanillesmaak ontwikkeld en werden wafels met yacon gemaakt die een beperkte invloed hebben op de bloedsuikerspiegel. Er werd een variant op karnemelk ontwikkeld zonder de typisch zure smaak en er werden zepen voor honden gemaakt.
Inzet op beleving
Daarnaast was er ook veel aandacht voor beleving. Er waren studenten die een kaartspel over landbouw hebben ontwikkeld. Anderen organiseerden kookworkshops of een wandelzoektocht voor gezinnen waarbij wordt ingezet op bewustmaking rond plastiek vervuiling. Er was ook een groep studenten die een systeem ontwikkelde om het vervriezen van drinkwater van dieren in weides tegen te gaan in de winter.
Een andere groep koos dan weer voor een snuffelbox voor honden. Er was ook een groep die een vergeet-me-niet-box ontwikkelde om voedselverspilling bij huishoudens te reduceren, kortom innovatie in de ruimste zin van het woord.
Human skills
Veerle De Mey, directeur van de groep biotechniek en Technology: “Human Skills worden steeds belangrijker. We merken dat studenten binnen deze projecten persoonlijk groeien. Ze werken samen, leren samen, netwerken en leren omgaan met andere opvattingen en visies. Ze leren flexibel en wendbaar zijn, iets wat in het werkveld absoluut wenselijk is. Bovendien groeien ze als persoon, wat dan weer een positieve impact heeft op het zelfvertrouwen van de student.”